Skip to main content
Esther Polak
Esther Polak
Dit blog is geschreven door iQ Coach Esther Polak

Opruimen: Levensbrede begeleiding bij autisme en ADHD

Opruimen: Levensbrede begeleiding bij autisme en ADHD

Sinds een poosje hangt er naast mijn voordeur een bedrijfsbord met het logo van iQ Coaches. Ik weet het moment dat ik deze ophing nog goed. Ik voelde me echt trots, bekeek het bordje van dichtbij en van een afstandje en ik maakte een foto. Onder het logo staat in dikke zwarte letters: “Praktijk voor levensbrede begeleiding.” Ik bedacht me, dat als mensen langs mijn huis zouden lopen en mijn bordje zagen hangen, zich waarschijnlijk af zouden vragen wat dit betekent. Waarom staat er niet: “ Autismecoach of begeleiding bij autisme en ADHD”. Dat is veel duidelijker. Levensbrede begeleiding kan van alles betekenen. En dat klopt dus eigenlijk wel. Door autisme en/of ADHD kun je op alle verschillende levensgebieden tegen problemen aanlopen. De begeleidingsvragen van mijn cliënten zijn dus ook heel divers.
Eén van de dingen die ik belangrijk vind in mijn werk als levensbegeleider autisme is om niet alleen naar de beperkingen te kijken waar mijn cliënten tegen aan lopen, maar vooral ook naar hun kwaliteiten. Dit principe pas ik ook op mijzelf toe. Soms heeft een cliënt een hulpvraag waar ik minder goed in thuis ben, dan zoek ik een collega of andere hulpverlener wiens kwaliteiten beter aansluiten. Eén van mijn kwaliteiten en favoriete bezigheden is opruimen.

Vol hoofd

Er zijn verschillende oorzaken en gedragingen, waardoor iemand met autisme of ADHD moeite kan hebben met opruimen. Ik heb geleerd om eerst goed in beeld te brengen of iemand er ook echt wel last van heeft. Soms zijn het namelijk anderen die er last van hebben of heeft iemand een sterke overtuiging van hoe het goed is of hoe het fout is. Ik weet ondertussen ook, dat voor veel van mijn cliënten geldt, dat ze iets pas gaan doen als duidelijk is wat het nut ervan is en als het echt nodig is. Als je ergens zelf geen last van hebt, geldt dat dus niet.

Eén ervaring zal ik nooit vergeten. Een jongedame van 18 jaar heeft geleerd om van alles wat er in haar volle hoofd voorbij komt lijstjes te maken. Zodat zo’n lijstje kan dienen als externe harde schijf en zorgen dat het wat minder druk is in haar hoofd. Deze keer is haar lijstje heel lang. Stap voor stap lopen we het lijstje na en bepalen hoe belangrijk of urgent alles is en geven we activiteiten een plekje op haar planbord. Op het lijstje staat ook dat zij haar kamer op moet ruimen. Ze legt uit dat ze gefrustreerd is dat het maar niet lukt en dat ze zich daardoor slecht voelt over zichzelf. We zitten op haar kamer, ik kijk om me heen en zie eigenlijk geen reden waarom zij zo dringend haar kamer op zou moeten ruimen. Het is gezellig en geen echte rommel in mijn ogen. Bovendien doet het er niet toe wat ik opgeruimd vind, het gaat om wat de cliënte vindt. Ik vraag haar of ze zich prettig voelt zoals haar kamer nu is. Haar antwoord is dat dit het geval is. Ik vraag haar of ze alles kan vinden wat ze nodig heeft. Het antwoord is weer ja. Dan vraag ik haar waarom kamer opruimen op haar lijstje staat. Het is een poosje stil. Ik zie haar nadenken. Dan slaakt ze een zucht, haar gezicht klaart langzaam op en ik zie hoe er een kwartje valt. Ze zegt “Dat is de beste vraag die je me ooit gesteld hebt”. “Het staat op mijn lijstje omdat mijn moeder vindt dat ik mijn kamer op moet ruimen en ook omdat ik denk dat dit nou eenmaal altijd moet. Maar zelf vind ik het eigenlijk helemaal niet nodig, ik voel me fijn op mijn kamer.” Vanaf dat moment zijn haar lijstjes korter, omdat ze zichzelf vaker afvraagt of iets ook echt nodig is, wat zij er zelf van vindt en of het dus wel op het lijstje moet. Er is meer rust in haar hoofd gekomen.

Opruimen en executieve functies

Dezelfde jongedame heeft regelmatig discussies met haar ouders omdat zij spullen rond laat slingeren. Zo staat er een tas op de trap en is al meerdere keren aan haar gevraagd om deze op te ruimen. Het lukt maar niet om dit te doen. Ik laat haar uitleggen wat er gebeurt. Zij vertelt dat ze de tas echt wel op wil ruimen, maar dat ze er gewoon over heen stapt, dat er geen seintje komt dat zegt: “Kijk, hier ligt de tas, je moet er niet overheen stappen, maar mee nemen naar boven” Ik stel haar gerust door uit te leggen, dat ze er eigenlijk niet veel aan kan doen. Ze laat namelijk horen dat ze het wel wil, dus met haar motivatie is niks mis. Het ligt waarschijnlijk aan iets anders. Namelijk minder goed ontwikkelde executieve vaardigheden. Executieve functies gaan over het kiezen van een activiteit en het uitvoeren hiervan. Zo kan er bv. een probleem zijn met taakinitiatie. Dat wil zeggen dat als je iets bedenkt, je dat dan ook gaat doen. Dat lijkt zo vanzelfsprekend, maar dat is het dus niet. Iemand wil wel iets doen, maar het lukt niet om het ook echt te gaan doen. Het grote misverstand dat ik veel tegen kom is dat anderen deze mensen beschuldigen van ongemotiveerd zijn. Die anderen kunnen er niks aan doen, dat zij dit denken. Zij weten misschien niets over executieve functies en dat daar iets mis mee kan gaan. Daarom is het belangrijk, dat anderen, in dit geval de ouders van deze jongedame, uitleg krijgen hierover. Andere executieve functies, waar in het geval van de tas op de trap iets mis kan gaan zijn bv. doelgericht werken en het vast kunnen houden van aandacht.
In het geval van de tas op de trap heb ik als levenscoach dus niet gelijk een oplossing waardoor het mijn cliënte wel lukt om zelfstandig de tas te pakken en mee te nemen. Hopelijk kan ik wel wat frustratie wegnemen bij zowel mijn cliënte als haar ouders. Zij kunnen beginnen met het bijstellen van hun verwachtingen. In plaats van verwachten dat hun dochter leert om de tas op te pakken en gefrustreerd te blijven dat dit niet lukt, kunnen ze de tas aan haar geven en vragen of zij deze mee kan nemen naar boven. In de toekomst als zij niet meer bij haar ouders woont, zal de tas op de trap geen probleem meer zijn. Want dan heeft ze er of geen last van of ze ziet de noodzaak van het opruimen van de tas, omdat het dan om haar eigen trap gaat.

Opruimen en centrale coherentie

Tijdens het coachen bij opruimen gebeurt het regelmatig dat ik op mijn handen moet gaan zitten. Als ergens opgeruimd moet worden steek ik graag de handen uit de mouwen en ga het liefst in hoog tempo voortvarend aan de slag. Maar dat werkt niet. Er is geduld nodig, het vermogen goed naar mijn cliënten te luisteren en een manier te vinden die bij haar of hem past om te kunnen coachen bij opruimen. Dit komt o.a. doordat bij autisme naast de minder goed ontwikkelde executieve functies, ook de centrale coherentie meestal minder goed ontwikkeld is. Dat betekent kortweg dat samenhang minder goed gezien kan worden. Dit kan zich op verschillende manieren uiten: details en hoofdlijnen worden niet goed onderscheiden; zwart/wit denken; perfectionisme; dingen in een vaste volgorde willen doen; weerstand hebben tegen veranderingen. Allemaal obstakels bij opruimen.
Een cliënte van mijn praktijk voor levensbrede begeleiding raakte erg overprikkeld door alle spullen in haar huis en het lukte niet dit op te ruimen en opgeruimd te houden. Ik merkte al snel, dat het paniek veroorzaakte als ik aan spullen zat en helemaal als ik deze verplaatste. Ik benoemde dat ik dit zag en beloofde niets meer zonder haar toestemming op te pakken. Ik vroeg haar uit te leggen wat er met haar gebeurde als ik iets in de ruimte verplaatste. Ze kon uitleggen dat ze dan overprikkeld raakte, boos en niet meer op wilde ruimen. In een gesprek waar ik vragen stelde en uitleg gaf, leerde zij dat haar hersenen informatie op een ingewikkeldere manier verwerken en dat dit zorgt voor een onoverzichtelijke chaos en dat is angstig en vermoeiend. Dat zij daardoor de sterke behoefte heeft om controle te hebben en overzicht te houden en er daardoor niet van houdt als dingen veranderen. Ik stelde haar gerust, dat we op haar tempo en manier te werk zouden gaan. We begonnen met het kiezen van een klein stukje kamer, dat we op wilden ruimen. Zij koos voor haar bureau. We maakten het nog kleiner, door ons te richten op de linkerkant van haar bureau. Bij opruimen is het belangrijk om stapjes zo klein mogelijk te maken. Zo is er minder afleiding en dus meer focus en wordt het doel makkelijker te halen. Als een doel behaald is ontstaat er weer meer vertrouwen dat de volgende stap ook gaat lukken. Maak de stap ook zo concreet mogelijk. Wie gaat wat doen, wanneer, waar en hoe. Op de linkerkant van het bureau lag een stapel papier. Stuk voor stuk bekeken we deze en bedachten er een plekje voor. Dat was best ingewikkeld. Want alles moest heel precies, er waren allemaal beren op de weg en er was geen enkele flexibiliteit. Sommige papieren moesten in een map, deze map moest in een kast, maar daar stond nu iets anders. Dat moest dus eerst een ander plekje krijgen, en op dat plekje stond iets anders, dat dan ook weer een ander plekje moest krijgen. Paniek! Ideeën van mij om tijdelijk een ander leeg plekje te gebruiken maakte mevrouw nog geïrriteerder. “Lekker belangrijk”, denk je nu misschien. “Het hele huis ligt vol met spullen zonder vaste plek en nu doe je over een halve vierkante meter zo precies.” Maar zo kan het dus werken als je autisme hebt en je de samenhang niet ziet. Het klopt dus inderdaad, dat die halve vierkante meter zo precies moet worden opgeruimd. Als ik zou gaan forceren om sneller en op mijn manier te gaan werken, levert dit enkel stress en weerstand op. Zodra iemand paniek ervaart is er sprake van de vecht-of vluchtreactie. Het hele brein is gefocust op de aanwezigheid van groot gevaar en alleen gericht op overleven. Andere systemen in de hersenen zoals ons probleemoplossend vermogen zijn dan geblokkeerd. Doorgaan heeft dus geen zin. Eerst moet er weer rust komen en iemand de tijd krijgen om de nieuwe informatie te verwerken. Tijd voor een kopje koffie en hopelijk de volgende keer verder. Tijdens het kopje koffie vertel ik hoe fijn het is en hoe knap het is, dat we een hele belangrijke stap hebben gemaakt. We zijn begonnen!

Begeleiding autisme en ADHD bij opruimen

Ik zou nog pagina’s vol kunnen typen over de ervaringen in mijn praktijk voor levensbrede begeleiding en opruimen. Hoe het komt dat dit moeilijk kan zijn, hoe zich dat kan uiten en hoe je daarmee om kan gaan. De belangrijkste boodschap die ik heb, is hopelijk duidelijk geworden aan de hand van de voorbeelden die ik heb beschreven. Het brein van iemand met autisme of ADHD werkt anders dan van de meeste mensen waardoor opruimen moeilijk kan zijn. Diegene wil echt wel, maar het lukt niet. Zij zijn of jij bent dus niet lui of ongemotiveerd. Wel gefrustreerd, angstig, moe en gespannen. Het helpt als je begrijpt wat er mis gaat. Het helpt om realistische verwachtingen te hebben, om te accepteren dat veranderingen tijd nodig hebben en het helpt om kleine stapjes te zetten en te vieren. Soms helpt het om hulp te vragen. Dan kun je terecht bij mij of één van mijn collega iQ Coaches.

Succes met opruimen!

Voor het functioneren en verbeteren van onze website gebruiken wij gebruiken cookies.

Cookie instellingen

Om onze website te analyseren en verbeteren gebruiken we cookies.
Functionele Cookies Altijd ingeschakeld
Functionele cookies zijn nodig voor het functioneren van de website.
Analytische Cookies Ingeschakeld
Met analytische cookies kunnen wij (geanonimiseerde) gegevens verzamelen over het gebruik van onze website om die voor jou te optimaliseren.
Marketing Cookies Uitgeschakeld
Wij gebruiken marketing cookies voor het bijhouden van hoe onze bezoekers de website gebruiken.