Ik heb geen toverstaf...
Ik werk al een aantal jaar als coach voor buitengewone mensen: de een heeft autisme, de ander ADD, een volgende is hooggevoelig, weer een ander heeft een heel traumatische jeugd gehad.
Stuk voor stuk mooie mensen die op zoek zijn naar wie ze zijn en hoe ze hun eigen ruimte kunnen innemen in deze maatschappij. Hoe ze kunnen leren om dit leven te leven.
Ik krijg een warm gevoel als ik aan al mijn cliënten denk en aan de stappen die ze zetten en de ontwikkeling die ze doormaken.
Hoewel ik uitgebreid zou kunnen vertellen wat mijn werk zo aantrekkelijk en waardevol voor mij maakt, heeft het ook een andere kant. Is er iets dat mijn werk soms moeilijk maakt. Juist doordat ik een persoonlijke band met mensen opbouw, zit er ook een schaduwkant aan. Als mensen met mij delen waarin ze teleurgesteld zijn, als ze vertellen over wat hen verdrietig maakt, als ze mij zeggen wat hen zo’n pijn doet….
Dan heb ik het als coach uit te houden met hun teleurstelling, met hun verdriet, met hun pijn. En dat kan zwaar zijn. Er is geen quick fix, ik heb geen toverstaf waarmee ik alles goed kan toveren. Als coach kan ik me onmachtig voelen, het gevoel hebben dat wat ik kan bieden zo ontoereikend is. Dus heb ik het als coach ook uit te houden met mijn eigen gevoelens van tekortschieten. Dat vraagt iets van mij als coach en als mens: om onder ogen te zien dat ik blijkbaar het gevoel heb dat ik iets moet doen, dat ik iets moet oplossen. Dat ik misschien ook wel bang ben om niet (goed) genoeg te zijn. Het raakt soms ook aan mijn eigen verdriet en pijn. Dit vraagt van mij dat ik mezelf aan durf te kijken en onder ogen kan zien dat ik werk bij mezelf te doen heb.
Dat vraagt van mij ook dat ik erken dat ik het niet alleen kan. Dat ik collega’s nodig heb om mee te sparren. Collega’s die mij (kritisch) bevragen, mij spiegelen en wanneer nodig confronteren. Daarnaast heb ik een fijne supervisor die goed op mij kan afstemmen. Zij luistert naar mijn verhaal en stelt mij de vragen die me helpen om te onderzoeken wat er bij mij speelt en waar ik geraakt word. Ze geeft me inzicht in wat mijn rol is in de coaching en wat ik als coach en als mens te bieden heb. Dat zij naar mij luistert, geeft mij ruimte. Ruimte om te ademen en ruimte om naar anderen te kunnen blijven luisteren. Alsof er van binnen iets wordt opgeschoond.
En dat is wat ik doe: ik luister. Ik luister met mijn volle aandacht. Ik luister met mijn hele lichaam. De inhoud van de woorden wordt minder belangrijk; ik luister vooral naar wat er achter de woorden gezegd wordt, naar wat er zich onder de oppervlakte bevindt. Ik zet mijn hart open en ben in al mijn kwetsbaarheid aanwezig.
Zo ontmoeten mijn cliënt en ik elkaar, van mens tot mens. In die ontmoeting ontdekken ze dat ze een mens zijn, net als ik. Dat hun teleurstelling er helemaal mag zijn, net als hun verdriet en hun pijn. Dat ze waardevol zijn, als mens, ook met de donkere kanten van hun leven.
Ik blijf, ook als het zwaar en uitzichtloos lijkt. Ook als je even niet meer weet hoe het verder moet. Of je wel verder kan. Ik heb vertrouwen in jou. Als jij het vertrouwen niet hebt, vertrouw ik in jouw plaats dat jij uiteindelijk je weg weer zal vinden. Jouw weg. Op jouw manier. Wanneer jij daar klaar voor bent. Tot die tijd wacht ik, samen met jou. Ik blijf.
Meest recente blogs
Zie andere relevante blogartikelen