De schoonheid van imperfectie
Al vanaf kleins af aan ben ik fan van textielkunst. Op een bepaald moment in mijn leven, ben in de greep geraakt van art quilten; waarbij je met diverse technieken werkt om iets moois te creëren. Ik besloot een opleiding te volgen om me te specialiseren in art quilten. Het was een spannende opleiding omdat je je eigen handtekening als kunstenaar moet leren kennen. Mijn medecursisten hadden jarenlange ervaring en werkten al met de technieken. Hun werk leek daardoor sterk op elkaar. Omdat ik die technieken nog niet gebruikte, week mijn werk af van dat van andere studenten. Ik stond op het punt om te stoppen en dacht: dit wordt niks. Tot ik met een vriendin sprak die ik al jaren ken en zei: ‘Juist daarom moet je doorgaan. Jij maakt uniek werk en dat is belangrijker dan dat je bepaalde technieken gebruikt.’ Ik zette door en het grappige is dat ik vorig jaar de eerste was met een solotentoonstelling. Het advies van de vriendin is heel waardevol geweest.
Wabi Sabi: Japanse filosofie
Iets wat ik altijd in mijn werk altijd terug laat komen, is de schoonheid van imperfectie. Als textielkunstenaar kán ik niet perfect werken. Het lukt niet om alle hoekjes en puntjes goed op elkaar te krijgen met de naaimachine.
Waar we in onze Westerse cultuur ‘perfect’ moeten zijn, koestert Wabi Sabi de wijsheid van ouderdom. Hoe meer rimpels je hebt, hoe wijzer je bent. Het laat zien dat je hebt geleefd. En daar is veel respect en bewondering voor. De Japanse filosofie Wabi Sabi laat het leven zien zoals het is. In mijn werk pas ik deze filosofie toe: ik gebruik knoopjes, rafelrandjes en ik hecht niet netjes af.
Knoopjes en rafelrandjes
Eén van mijn favoriete textieltechnieken die daarbij aansluit is Boro. Ik gebruik deze techniek om mensen te leren mediteren met hun handen. Wanneer ik het voorstel hoor ik vaak: ‘Het klinkt heel moeilijk, ik denk niet dat ik het kan.’ Ik stel dan een vraag: kun je een naald vasthouden? ‘Eh ja.’ Kun je een draad door het oog van de naald halen? ‘Ja, natuurlijk.’ Kun je dan op en neer bewegen? ‘Ja, dat doe ik al jaren.’ Dan kun je ook Boro.
Boro is ontstaan bij de armere laag van de bevolking in Japan. Zij verbouwden katoen en sponnen zelf hun kleding. Door het harde werken, vaak op het land, versleet de kleding. Ze verstevigden door verschillende lapjes stof erop te zetten , en die te borduren. Zo ontstond de boro-techniek: lapje op lapje, op lapje. Hoe meer het kledingstuk gebruikt is, hoe kostbaarder het is.
Wanneer ik dit aan cliënten uitleg, raakt dit altijd. De schoonheid van imperfectie; je mag rafelrandjes hebben, je mag knoopjes aan de buitenkant hebben. Het mag zichtbaar zijn en voelbaar en merkbaar zijn dat je anders bent dan anderen. Dat is een prachtige schoonheid die je te bieden hebt.
Rust
Met één van mijn cliënten doe ik Boro. Ze was al fan van textielkunst en werkte heel secuur. Bij Boro gaat het er niet om dat steekjes even groot zijn of de lijnen recht zijn. Niet perfect werken is vaak een uitdaging voor mensen, maar zodra ze beginnen en zich realiseren dat het niet uitmaakt waar de naald heen gaat, dat het enkel de bedoeling is dat het lapje vastzit aan het grote geheel en dat daarnaast een nieuw lapje mag, geeft dat een enorme rust.
Hupsakee, daar ging ze. Op en neer met de naald en draad. Ze was nog geen kwartier bezig en zei: 'ik voel zoveel rust'. De blik in haar ogen herinner ik nog heel goed.
Sindsdien doen we regelmatig een stukje boro tijdens onze ontmoetingsmomenten. Wanneer ze iets vervelends heeft meegemaakt, of zich opgewonden voelt, pakt ze haar boro werkstuk. Ik zie de spanning of emotie dan verdwijnen.
Kunst als expressievorm
Met een andere cliënt schilder en teken ik veel. Ze vindt het lastig om te vertellen wat haar bezig houdt vanbinnen. Met tekenen lukt het haar wel zich uit te drukken. Onlangs maakte ze een prachtige tekening van handen. ‘Ik wil iets uitdrukken met de handen’, vertelde ze. “Probeer niet na te denken, maar laat het potlood en je handen het werk doen”, zei ik. Ze ging aan de slag en daar kwam een tekening uit die zoveel vertelde over hoe ze zich voelde, maar niet kon verwoorden. Als coach geef ik duiding aan haar tekeningen. Dat vindt ze spannend, maar ook heel fijn.
Daarnaast is ook kleurgebruik en het gebruik van verschillend materiaal een uitdrukkingsvorm. De één vindt pastelkrijt niet prettig omdat je handen vies worden. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat iemand een tactiele fase heeft overgeslagen.
Ontwikkelstappen
Naast bijvoorbeeld praten en wandelen, kunnen creatieve methoden een hele mooie toevoeging zijn aan begeleiding. Veel van onze cliënten zijn heel goed ontwikkeld in het hoofd, maar het hart en de ziel hebben te kort gehad. Die twee gebieden stimuleer je door te werken met je handen. Het zorgt voor een andere energie en biedt een kans om ontwikkelstappen te maken. Als je als coach de kunstvorm kunt ondertitelen, leren cliënten daarbij hun gevoelens te begrijpen.
Zowel textielkunst als begeleiden van mensen is heel vervullend voor mij. Beiden combineren vind ik geweldig!
Meest recente blogs
Zie andere relevante blogartikelen