Skip to main content
Herman de Neef
Herman de Neef
Herman de Neef is existentiefilosoof en zet zich in om tot meer inzicht en begrip van de gevolgen van autisme op het leven te komen. Deze gevolgen zijn er vaak levensbreed, levenslang en levensdiep, ofwel tot op existentieel niveau. Onderzoek en verdieping in de existentiële gevolgen dragen daarom structureel bij aan meer inzicht en begrip.

Waarom wachttijden in de ggz niet nodig zijn

Waarom wachttijden in de ggz niet nodig zijn

De wachtlijsten in de ggz voor mensen in psychische nood zijn hoog. Een wachtlijst van een half jaar is geen uitzondering. Voor mensen met autisme kan dat zelfs oplopen naar 9 maanden tot een jaar. Hoe ernstiger de problematiek des te langer vaak de wachtlijst is. Nu zie je vaak dat mensen in psychische nood pas hulp vragen als het water ze tot aan de lippen staat. Bij autisme zie je zelfs dat hulp pas wordt ingeschakeld als iemand kopje onder is gegaan. Dat maakt duidelijk dat achter deze wachtlijsten veel persoonlijk leed verborgen ligt.

In mijn visie zijn wachtlijsten in de ggz niet nodig. Ik beschrijf enkele van de sporen die gevolgd kunnen worden om wachtlijsten te voorkomen.

Behandelen in de ggz of begeleiden?

Binnen de ggz en de psychiatrie hanteert men de vuistregel dat behandeling vóór begeleiding gaat. Behandeling is gericht op verbetering en zo mogelijk genezing. Als blijkt dat er na behandeling nog problemen zijn die blijvend zijn of niet kunnen worden opgelost kan er begeleiding, coaching of ondersteuning komen. Op zich is met deze medische benadering niets mis. Ze sluit echter niet aan op dat waar mensen met autisme in hun leven tegen aanlopen.

Als gevolg van autisme op iemands leven is er meestal sprake van levensgebied overstijgende problematiek. Waar iemand met bijvoorbeeld een burn-out in therapie gaat en buiten de psychische klachten redelijk of goed functioneert, zie je bij autisme dat er vaak niet alleen psychische klachten zijn, maar ook problemen rond administratie (chaos), geld (schulden), relaties, zingeving, werk, wonen. Met een beetje pech ontspoort iemands leven zonder dat hij het door heeft. Zo kan dat ook uitwerken bij mensen die normaal – of zelfs hoog – intelligent zijn. Zo werkt autisme nu eenmaal.

Als iemand dan diep in de shit zit verwachten we dat iemand vol inzet op therapie, terwijl hij zich tegelijk zorgen maakt over schulden, deurwaarders, dreigend ontslag of echtscheiding.

De vragen die je hier kunt stellen, zijn:

  • is het logisch om in een dergelijke situatie te gaan behandelen?
  • kun je, mag je, van iemand die geconfronteerd wordt met zware problemen en veel stress verwachten dat hij op zo’n moment reflecterend en lerend vermogen heeft?
  • kun je, mag je, van iemand die zich in de overlevingsmodus bevindt verwachten dat hij de creativiteit, flexibiliteit en energie heeft om inzichten op te doen, leerprocessen aan te gaan?
  • zou het niet meer voor de hand liggen om te beginnen met ondersteuning op alle levensgebieden waar problemen zijn? Om pas, wanneer er meer rust en stabiliteit is, aan te kloppen bij een behandelaar?

Eerst begeleiden

Als begeleiden vóór behandelen komt, zou je minimaal via drie sporen invloed uitoefenen op vermindering van de wachtlijsten:

  1. Mensen met autisme kunnen eerst in het leven zelf geholpen worden en hoeven dus niet op een wachtlijst voor behandeling.
  2. Als eenmaal andere grote problemen opgelost zijn, zijn mogelijk ook de resterende psychische problemen minder heftig, omdat die niet meer door andere, extra zorgen gevoed worden. Soms is behandeling niet meer nodig. Soms kan iemand met kortere behandeling toe.
  3. Je ziet veel terugval bij behandeling. Als iemand eerst meer rust hervindt, kan hij beter de behandeling aangaan. De kans op een duurzamer resultaat wordt groter, de kans op terugval wordt kleiner.

Kortom: bij vele mensen met autisme sluit begeleiding beter aan als vertrekpunt dan behandeling. De zorg sluit beter aan op wat nodig is. Het effect hiervan is groter. De wachtlijsten nemen vanzelf af.

De draaideurpatiënt

Met regelmaat krijgen cliënten het verwijt dat ze onvoldoende gemotiveerd zijn en de zorg continu belasten met hun hulpvraag. Dat cliënten zelf dus de wachtlijsten in stand houden. We spreken dan ook wel over draaideurpatiënten.

Maar stel nu dat de zorg niet goed aansluit op wat nodig is, omdat de systematiek van eerst behandelen en dan begeleiden niet past bij de cliënt? Wie valt dan iets te verwijten en wie houdt het systeem van de draaideur in stand? De cliënt of de beleidsmaker?

Voor het functioneren en verbeteren van onze website gebruiken wij gebruiken cookies.

Cookie instellingen

Om onze website te analyseren en verbeteren gebruiken we cookies.
Functionele Cookies Altijd ingeschakeld
Functionele cookies zijn nodig voor het functioneren van de website.
Analytische Cookies Ingeschakeld
Met analytische cookies kunnen wij (geanonimiseerde) gegevens verzamelen over het gebruik van onze website om die voor jou te optimaliseren.
Marketing Cookies Uitgeschakeld
Wij gebruiken marketing cookies voor het bijhouden van hoe onze bezoekers de website gebruiken.