Skip to main content
Herman de Neef
Herman de Neef
Herman de Neef is existentiefilosoof en zet zich in om tot meer inzicht en begrip van de gevolgen van autisme op het leven te komen. Deze gevolgen zijn er vaak levensbreed, levenslang en levensdiep, ofwel tot op existentieel niveau. Onderzoek en verdieping in de existentiële gevolgen dragen daarom structureel bij aan meer inzicht en begrip.

Levensbreed denken, werken en begeleiden: deel 3

Levensbreed denken, werken en begeleiden: deel 3

Hulp of zorg verlenen doe je niet alleen met je cliënt. Je doet dit in een samenleving. Een samenleving die in beweging is.

De huidige organisatie en financieringsstromen komen voort uit een medisch, analytische manier van denken en werken,. Ze zijn in de basis meer dan 100 jaar oud en gebaseerd op een arts – patiënt verhouding. Een verhouding van de deskundige, klinische, alwetende arts en de van hem afhankelijke, onkundige, zieke patiënt.

De verhoudingen tussen mensen, zo ook de verhouding van autoriteit tot individu zijn de laatste tientallen jaren enorm veranderd. Cliënten en patiënten hebben meer rechten. De cliënt verwacht van de arts gelijkwaardigheid, uitleg en ook nog eens deskundigheid en menselijke warmte. De arts is in het heden niet meer de alwetende. Dat is Google...

In ons denken, dus ook in het denken van beleidsmakers, opleiders, maar evengoed van cliënten zelf zit het medisch gebaseerde denken nog steeds besloten.

De laatste tientallen jaren heeft menigeen zijn best gedaan het bestaande model aan te passen aan een veranderende samenleving. Decentralisatie,transformatie en inclusie klinken allemaal geweldig. Maar zolang het onderliggende denken niet mee beweegt, zal er wezenlijk niet echt iets veranderen.

Zoals Einstein al heeft gezegd:

“Een probleem kun je niet oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt.”

Met andere woorden: we moeten beginnen met andere uitgangspunten; we moeten anders gaan denken om tot nieuwe oplossingen en invalshoeken te komen.

Verspreid over vier nieuwsbrieven behandelen we meerdere invalshoeken en reiken we oplossingen of oplossingsrichtingen aan om de hulpverlening aan psychisch kwetsbare mensen structureel te verbeteren.

De navolgende onderwerpen komen aan bod:

  • van denken en werken in de oude (GGZ) stijl naar levensbreed denken en werken
  • voor elk probleem een afzonderlijke hulpverlener
  • de scheiding van behandelen en begeleiden
  • probleemgericht werken versus mensgericht werken
  • doen waar iemand recht op heeft of doen wat nodig is?
  • wie A zegt, moet ook B zeggen: Hoe kan het anders? Het kan wel!

In de nieuwsbrief van deze maand het derde artikel.

3. De scheiding tussen behandelen en begeleiden

Er bestaat in Nederland een strikte scheiding tussen behandelen en begeleiden. Behandelen houdt in dat er verbetering mogelijk is. Begeleiding (ondersteuning) krijgt iemand als verdere verbetering of leren niet mogelijk is.

Ontwikkelingsgerichte activiteiten zijn strikt gesproken dus geen deel van de functie Begeleiding, maar behoren tot het domein van de Behandeling.

Op basis van deze scheiding van functies is de zorg in Nederland ingericht en worden indicaties afgegeven voor zorg, behandeling of begeleiding. Op diezelfde basis worden ook de regels vastgesteld die bepalen wat hulpverleners wel of niet mogen doen. Voorzieningen zijn strikt gescheiden naar levensgebied en in zorg, begeleiding of behandeling.

Opleidingen zijn hier op ingesteld en leiden taakgerichte hulpverleners op.

Echter, als de problemen van je cliënt door psychische problemen meerdere levensgebieden betreffen of ‘levensgebied-overschrijdend’ van aard zijn, dan werkt deze gescheiden systematiek niet meer.

Pas als we deze systematiek, deze manier van denken en werken loslaten, kan zorg structureel tot verbetering leiden en zorgkosten beheersbaar of mogelijk zelfs afnemen.

Taakgerichte werkwijze

De scheiding van behandelen en begeleiden betekent ook dat voor elk deelgebiedje een andere hulpverlener moet worden ingeschakeld. En ieder heeft een eigen streng afgebakende taak. De eerste mag thuis wat orde in de chaos brengen. Maar er is een tweede hulpverlener nodig die iemand weer naar werk of school mag helpen, maar niet op de werkplek zelf mag begeleiden. Daar is weer een derde persoon voor nodig die ook weer op zijn eigen kleine stukje mag begeleiden, maar niet daarbuiten. Stel dat je cliënt ook nog iets meer wil weten over zijn stoornis, dan mag hij dit niet met een van de eerdergenoemde behandelaren of begeleiders doen en moet hij hiervoor naar weer een andere behandelaar (maar waarschijnlijk niet dezelfde die zijn medicatie uitschrijft).

Nu lijkt deze beschrijving voor een buitenstaander wellicht wat overdreven, maar deze geld-verspillende werkwijze is nog steeds de manier hoe we in de zorg denken en werken. En ondanks de decentralisatie blijven vele instanties zo denken en werken.

Helaas verspillen we met deze taakgerichte werkwijze tijd, geld, energie, laten we kwaliteiten van onze cliënten onbenut liggen en behalen we veel minder rendement dan mogelijk is indien één coach alle benodigde begeleiding zou doen.

Taak en tempo van de hulpverlener is leidend

Al deze ‘taakgerichte’ hulpverleners zijn vooral bezig met het zo goed en efficiënt mogelijk vervullen van hun taak. Maar: we hebben het hier over een doelgroep die soms weerstand heeft om hulp te accepteren of bij wie het belangrijk is om eerst een langdurige vertrouwensrelatie op te bouwen. Voordat iemand al deze taakgerichte hulpverleners vertrouwt, die soms ook weer vanwege hun taakgerichte opdracht restricties hebben, ben je maanden verder. Kortom: de cliënt bevindt zich reeds in een situatie van crisis en chaos. De hulpverlening is vooral bezig met zichzelf en voegt daar nog meer van hetzelfde aan toe.

Enkelvoudige oplossing voor meervoudige problematiek

Voorts sluit deze bestaande systematiek niet aan bij hoe mensen in elkaar zitten. Men gaat uit van enkelvoudige en op zich zelf staande problematiek en dat de persoon in kwestie daarbuiten zijn leven en psychische welzijn redelijk op orde heeft. Bij vele mensen uit onze doelgroep van psychische, psychiatrische problematiek echter, zijn persoon, leven en problematiek nauw met elkaar verweven. Dit kun je niet losweken van elkaar.

Daarbij: de problematiek is vaak levensgebied overschrijdend. Hetgeen betekent dat je met coaches moet werken, die voorbij hun eigen taak en vakgebied kunnen kijken.

Kortom de hulpverleningssystematiek voor deze doelgroep moet ingesteld zijn op een levensbrede aanpak om effectief te zijn en aan te sluiten.

Geen aansluiting bij de leerweg van de cliënt

De scheiding tussen behandelen en begeleiden doet vele mensen ernstig tekort. Er is veel meer mogelijk als behandelen zou aansluiten bij de mogelijkheden en leerwegen van mensen. Psycho-educatie, leren en jezelf ontwikkelen vallen nu onder de functie Behandelen.

Maar: behandeling in de oude GGZ stijl is veelal gespreksmatig en veronderstelt abstract denkvermogen. Veel mensen, ook hoog intelligente mensen, leren op een andere manier. Ze leren beter door direct in de context te werken of door iets te bespreken en het betreffende direct toe te passen of te oefenen. Dat kan vaak niet in een therapeutische setting. Hiervoor moet je ter plaatse zijn. Daar waar het leven van de cliënt zich afspeelt. Voor veel mensen zou behandelen dus veel beter werken als het geïntegreerd zou zijn binnen de begeleiding.

Bij een behandeling is meestal sprake van een afgegrensde hoeveelheid en tijd. Bijvoorbeeld elke week een sessie van 60 minuten en dit 10 keer. Voor veel mensen werkt dit niet. Leerweg en leertempo behoort afgestemd te zijn op de cliënt en niet op een systematiek.

Als de cliënt niet kan aansluiten bij de bestaande systematiek van behandeling, kan de diagnose zelfs als contra-diagnose voor behandeling worden beschouwd (bijvoorbeeld bij LVB). Mensen worden hierdoor uitgesloten van de mogelijkheid van groei en ontwikkeling.

Hoe dan wel?

Wat er nu bijvoorbeeld gebeurt, is dat we denken dat mensen met een Licht Verstandelijk Beperking (LVB) of met ADHD niet in staat zijn tot bepaalde gespreksmatige behandelingen. En dat klopt: 60 minuten concentratie en focus voor iemand met ADHD kan een probleem zijn. En iemand met een LVB kan inderdaad niet 60 minuten aan informatie opnemen. En heeft misschien wel tussentijds extra ondersteuning nodig om geleerde zaken te integreren. Dus conform de bestaande systematiek kan iemand niet behandeld worden. Maar als je zou behandelen in gesprekjes van 10 minuten en behandeling zou afwisselen met andere begeleidingszaken blijkt er wellicht veel meer mogelijk.

Door te kijken en luisteren wat mensen echt nodig hebben en ze niet vanuit een vaststaande systematiek te benaderen, doe je veel meer recht aan mensen en komen mensen beter tot hun recht binnen de samenleving.

Er is meer nodig dan alleen de medisch-analytische kijk.

Met de scheiding van behandelen en begeleiden week je als het ware het probleem los uit het geheel om je specifiek op het probleem en de oplossing te kunnen richten.

Dit is niet persé verkeerd gedacht, maar we moeten beseffen dat dit een medisch analytische benadering is. Als een probleem niet los te maken is van het leven en denken van de cliënt, dan heb je een bredere, probleemgebied overstijgende benadering nodig. Zoals de PILLAR-Methodiek.

Geen ruimte voor stabilisatie of rust

Bovendien sluit een dergelijke denkwijze, waarin je expliciet een probleem losweekt niet goed aan bij de menselijke leercyclus. In de menselijke leercyclus zal na een periode van werken en leren, een periode nodig zijn van stabiliseren. Ofwel er is een nieuw evenwicht of nieuwe balans nodig. Als deze eenmaal hervonden is, komt er weer ruimte om te leren. Bij vele mensen kun je op deze manier veel meer leer- of groeimogelijkheden creëren. Met andere woorden: niet óf behandelen óf begeleiden, maar beide tegelijkertijd dan wel afwisselend, zou veel meer opleveren.

Hulpverleners mogen niet doen wat nodig is

Door de huidige regels en manier van denken, werken en organiseren van de zorg, creëer je een werksituatie waarbinnen je mensen die graag goede en volwaardige zorg willen verlenen, aanzet tot ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’ of mogelijk zelfs frauduleus gedrag.

De hulpverlener staat regelmatig voor de volgende (onmogelijke) keuze:

  • Of ik doe alles wat mijn cliënt nodig heeft om verder te komen, maar dan houd ik me niet aan de regels
  • Of ik houd me aan de regels, maar met gevolg dat mijn cliënt niet verder komt en het geïnvesteerde begeleidingsgeld voor niets is besteed.

Kortom: de (onnatuurlijke) scheiding tussen behandelen en begeleiden leidt tot een spagaat, die ten koste gaat van passende zorg voor mensen met een psychische beperking.
Tot zover het derde artikel.

Voor het functioneren en verbeteren van onze website gebruiken wij gebruiken cookies.

Cookie instellingen

Om onze website te analyseren en verbeteren gebruiken we cookies.
Functionele Cookies Altijd ingeschakeld
Functionele cookies zijn nodig voor het functioneren van de website.
Analytische Cookies Ingeschakeld
Met analytische cookies kunnen wij (geanonimiseerde) gegevens verzamelen over het gebruik van onze website om die voor jou te optimaliseren.
Marketing Cookies Uitgeschakeld
Wij gebruiken marketing cookies voor het bijhouden van hoe onze bezoekers de website gebruiken.