Levensbrede begeleiding versus integraal werken
Eén van de nieuwe ontwikkelingen binnen de zorg en de zorgverlening aan psychisch kwetsbare mensen is integraal werken.
Mensen, gemeentes, en organisaties zien hierin een enorme kans tot verbetering binnen de hulpverlening. Om niet gelijk al de focus te leggen op de negatieve aspecten: “integraal werken” is zeker beter dan niet integraal werken. Maar het is nou niet bepaald een grootse, structurele verbetering, laat staan revolutionair of innovatief te noemen.
Wat mij bijvoorbeeld stoort als mensen trots vertellen over integraal werken, is dat ze hiermee indirect vertellen, dat voorheen voor hen afstemming en samenwerking niet vanzelfsprekend was en ze dat zelfs normaal vonden.
Integrale hulpverlening
Voordat er integraal gewerkt werd waren er vaak meerdere hulpverleners voor één cliënt: één voor elk probleemgebied. Deze hulpverleners opereerden onafhankelijk van elkaar, ieder voor zich op hun eigen eilandje. Van afstemming, coördinatie en samenhang was geen sprake. Niemand keek verder dan zijn eigen vakgebied.
Ook in het heden is dit niet overal vanzelfsprekend. Recent hoorden we nog van een moeder wiens kind psychose gevoelig bleek te zijn. Zij heeft op zeker moment al haar contacten tijdens het hulpverleningstraject op een rijtje gezet. Toen bleek dat ze binnen zes weken naar de diagnose acute psychose met meer dan 50 (!) hulpverleners te maken had. Dat dit eerder extra onrust veroorzaakte en tot stagnatie van de hulpverlening leidde tijdens het gehele traject dan dat dit van toegevoegde waarde was, moge duidelijk zijn.
Het fijne van integraal werken is dat er verbindingen worden gelegd tussen de losse eilandjes en er nu iemand is die dit in de gaten houdt. Dat is mooi. Toch leidt het onvermijdelijk tot een nieuwe vraag: is er ook iemand die ervoor zorgt, dat al die acties en resultaten van die hulpverleners geïntegreerd worden in het leven van de cliënt?
Voor het merendeel van onze cliënten is het namelijk verre van vanzelfsprekend dat zij dit zelf doen, of kunnen. Onderdeel van hun probleem is dat de onderliggende cognitieve functies om dat te kunnen vaak minder sterk ontwikkeld zijn. Wat dat in de praktijk als gevolg heeft, laat ik zien met behulp van de navolgende metafoor.
Stel je voor: mijn auto is auto stuk als gevolg van een botsing. Hierdoor zijn de banden, de ruiten, de bumpers en ook het motorblok beschadigd geraakt. Dan heb ik mensen nodig die de verschillende onderdelen repareren, waarbij het fijn is als die tegelijkertijd klaar zijn. Kortom: het dus fijn zou zijn als de garage dit integraal doet.
Daarna heb ik echter ook iemand nodig die de herstelde onderdelen op de juiste manier samenbrengt tot één auto, want ik heb een atechnische aanleg op dit gebied en heb hier dus absoluut geen verstand van. Ik zou eerlijk gezegd raar opkijken als de monteur de auto bij me thuis op de stoep zou afleveren met keurig naast elkaar op een rijtje geordend de ruiten, banden, motorblok, de bumpers en auto zelf.
Dit doen we echter wel als het om de zorgverlening voor psychisch kwetsbare mensen gaat. Vandaar dat ik bepaald niet onder de indruk ben van integraal werken. Het is klein een stapje, maar niet voldoende om psychische kwetsbare mensen op de best mogelijke manier te helpen.
Levensbrede begeleiding
Daarom werken wij en pleit ik al jaren voor levensbrede begeleiding. Dat dit werkt, wordt onder andere duidelijk uit dat vele GGZ instellingen, psychologen en psychiaters ons inmiddels kennen en hun cliënten naar ons door verwijzen.
Dat dit werkt, blijkt bijvoorbeeld ook uit dat vele cliënten, maar ook ouders vaak superblij met ons zijn.
De kern van levensbrede begeleiding is heel simpel en eenvoudig: één coach voor één cliënt (of gezin). Deze aanpak maakt structurele verbetering mogelijk. Sterker nog, het biedt vele voordelen voor de cliënt en zijn directe omgeving en bovendien nemen de effecten en de resultaten van hulpverleningstrajecten toe en de daarbij behorende zorgkosten af.
Graag zet ik een aantal essentiële voordelen van levensbrede begeleiding ten opzichte van integraal werken op een rij voor je:
- Langs elkaar werkende hulpverleners behoren tot het verleden
- Het rekent af met de op zichzelf staande, en soms tegengestelde, adviezen door allerlei hulpverleners
- Tijdverslindende overlegstructuren bestaan niet langer
- Hulpverleningsgesprekken worden tot een minimum beperkt
- De betrokkenheid met, en het eigenaarschap van, de cliënt stijgt
- Er komt meer overleg in samenspraak met de cliënt en diens directe omgeving
- Eén coach die altijd overzicht heeft en behoudt
- Eén coach die ervaringen, leerlessen en inzichten samen met zijn cliënt in het leven integreert
- Toename van het lerend vermogen en daarmee zelfstandig functioneren van de cliënt
- Eén coach die zich niet alleen focust op specifieke problemen, maar ook oog heeft voor de groei en ontwikkelmogelijkheden van de cliënt
Zoals je ziet levert één enkele verschuiving van “integraal werken” naar “levensbrede begeleiding” tot maar liefst tien impactvolle verbeteringen voor de cliënt. Elke keer weer. Voor elke cliënt. De maatschappelijke impact hiervan is zo groot, dat je kunt spreken van een transformerende zorginnovatie.
Het kan (dus) wel!
Wil je meer lezen over zorginnovatie?
In het boek Hoe dan wel?, zorginnovatie in de praktijk, de winst van levensbrede begeleiding wordt, naast het waarom het nodig is, ook helder uiteengezet hoe zorginnovatie mogelijk is.
Meest recente blogs
Zie andere relevante blogartikelen