Evidence-based en zingeving: een dilemma
Herman de Neef werkt momenteel aan een nieuw boek samen met GZ psycholoog Sara Helmink. Belangrijkste thema: hoe kun je aandacht voor zingeving meenemen binnen een behandeling?
Zingeving in de behandelpraktijk
Dit is namelijk in het heden een fiks dilemma waar vele psychiaters en psychologen in de behandelpraktijk mee worstelen. De zorgverzekeraar en medische wetenschap eisen dat er gewerkt wordt op evidence-based wijze en vastliggende protocollen. In de behandelpraktijk echter blijken er vrijwel altijd existentiële vragen mee te spelen. Problemen met betrekking tot zingeving zijn zelfs vrijwel altijd aanleiding dat iemand een therapeut opzoekt. Het hervinden van zingeving leidt veelal tot een succesvol afgesloten behandeling. Zingeving en existentiële onderwerpen zijn echter niet te vangen in protocollair denken.
Herman de Neef en Sara Helmink gaan met elkaar in gesprek om al pratende en schrijvende te onderzoeken hoe je op een verantwoorde en transparante wijze vragen rondom zingeving kunt meenemen in de behandelpraktijk.
In dit artikel laat Herman zien dat zingeving altijd onderliggend meeloopt gedurende een behandeling. Om die reden is aandacht voor zingeving dus van groot belang en altijd van toegevoegde waarde.
Geen grip
Reden dat mensen om hulp vragen en in therapie gaan, is bijna altijd herleidbaar tot een confrontatie met het existentiële. Levens worden overheerst door angst, depressie, een trauma, verslaving of (dwang-) gedachten. Men beseft dat men de grip op het eigen, autonome denken verloren heeft en niet bij machte is hier zelf grip op te krijgen en de controle te hervinden.
Soms beseffen mensen dat het denken dat hen verwart tegelijk nodig is om te ontwarren. Dit maakt dat mensen klem zitten in zichzelf. Datgene dat men ten volle nodig heeft om te ontrafelen, werkt niet mee, want wordt belemmerd als gevolg van de problemen binnen de psychische dimensie.
Leed, verlies van autonomie en angst raken iemand dus in zijn diepste wezen en zijn daarmee existentieel van aard.
Het besef van het ontbreken van grip op het eigen autonome denken werkt diep door op de menselijke behoefte om als zelfstandig en autonoom wezen erkend te worden en zelf vorm, inhoud en richting aan het eigen leven te geven.
Denk bij autisme aan dat mensen ergens diep van binnen zien en weten, dat ze geen grip en overzicht hebben over het leven, maar zelf niet in staat zijn hierbij te komen.
Bij verslaving beseffen mensen vaak dagelijks dat de verslaving hun leven overgenomen heeft, maar ze zijn niet bij machte dit te keren.
Bij een psychose worden het eigen denken en waarneming overgenomen door het psychotische denken (wanen) en waarnemen (hallucinaties).
Bedenk bij een trauma (PTSS ofwel post traumatische stress stoornis) door (seksueel) geweld dat fundamentele, existentiële waarden als eigenwaarde, vertrouwen, respect voor de persoonlijke integriteit ernstig geschaad worden en van alle betekenis ontdaan lijken.
Besef bij een depressie dat alles wat zin geeft en van betekenis is en kleur aan het leven geeft onder de zwarte deken van de depressie verborgen ligt.
Bovenstaande voorbeelden laten zien dat psychische leed onvermijdelijk doorwerkt op zingeving en daarmee op de existentiële dimensie.
Alleen evidence-based handelen is niet realistisch
Als je met mensen te maken hebt, heb je dus ook met de onderliggende existentiële dimensie te maken. Deze is niet evidence-based, hooguit op filosofisch wetenschappelijke basis te verhelderen. Van behandelaren eisen om alleen evidence-based te werken, betekent dat je veronderstelt dat mensen als feitelijk en programmatisch wezen, als een machine functioneren.
Machines voelen niet, vinden zelf niet iets, zoeken niet naar zin of betekenis. Juist omdat mensen voelen, meer zijn dan een machine ervaren ze psychische problemen of leed en hebben ze een helende therapie nodig. Juist omdat existentiële waarden als vertrouwen of autonomie bedreigd worden, zoeken mensen steun bij een therapeut.
Oplossingen die met aandacht voor de existentiële component binnen een therapie worden gevonden, dragen er vervolgens toe bij dat iemand op zinvolle en betekenisvolle wijze verder kan met zijn leven.
Het uiteindelijke onderliggende en misschien wel belangrijkste doel waarom iemand in therapie gaat, is dus: bereiken dat hij opnieuw, hernieuwd zingeving vindt. Zaken worden verwerkt die in het heden het leven blokkeren. Angsten waardoor mensen stilstaan, niet verder komen, worden onderzocht en aangepakt. Iemand kan weer verder, heeft weer grip (autonomie) op zichzelf, zijn denken en leven.
Kortom: zingeving is altijd onderliggend aan therapie. Zonder integratie en aandacht voor het existentiële doet therapie geen recht aan wie de mens is.
Wil je meer lezen over zorginnovatie?
In het boek Hoe dan wel? Zorginnovatie in de praktijk, de winst van levensbrede begeleiding wordt, naast het waarom het nodig is, ook helder uiteengezet hoe zorginnovatie mogelijk is.
Meest recente blogs
Zie andere relevante blogartikelen