Vertel ik het wel of vertel ik het niet? Deel 2

Hier het vervolg op mijn blog, over het dilemma van het wel of niet vertellen dat je autisme of een andere psychische beperking hebt.
Methode
De methode die door Jacomijn Hofstra en collega’s ontwikkeld is voor de begeleiding van studenten, bij de vraag of ze op de opleiding, als ze stage gaan lopen of gaan werken, wel of niet openheid over hun psychische problemen of beperkingen moeten geven, is een simpele methode. Wat mij betreft blijkt hier weer de kracht van: ‘minder is meer!’. In 5 werkbladen word je als student door het dilemma geloodst en aan het eind heb je veel inzicht verworven in hoe je hierin staat, met wie je wat wilt delen, wanneer, waar en hoe. Binnen het onderwijs kunnen studiebegeleiders, aandachtsfunctionarissen en docenten deze methode relatief eenvoudig waar nodig inzetten.
Door ontwikkelen
Jacomijn vertelde tijdens het symposium over de reden van het (door)ontwikkelen van het openheid-instrument. Als eerste is het een veelgehoord dilemma onder studenten. Als tweede is de handelingsverlegenheid bij GGZ- en onderwijsprofessionals een belangrijke aanleiding. Op de derde plaats bleken ander openheid-instrumenten niet geschikt. Deze waren bijvoorbeeld meer gericht op werk alleen, in plaats van op onderwijs. Of ze misten belangrijke aspecten, of ze waren te omvangrijk. En als vierde en misschien wel belangrijkste reden noemde Jacomijn de positieve resultaten van (buitenlands) onderzoek naar ondersteuning bij het geven van openheid. Mensen die ondersteuning krijgen hierbij ervaren bijvoorbeeld minder stress.
5 Stappen
De 5 aspecten/stappen die doorlopen moeten worden, kunnen in willekeurige volgorde worden gedaan, maar belangrijk is wel alle stappen te doorlopen. Bij ieder aspect is een bijbehorend werkblad sheet ontwikkeld.
- Of
- Wie
- Wanneer
- Wat
- Hoe
Of
Werkblad 1 begint bij ‘Of’. Belangrijk is af te wegen of je wel of geen openheid wilt geven. Wat zijn de voor- en nadelen? Wat zijn de risico’s? Als plussen werden genoemd: het verkrijgen van aanpassingen tijdens onderwijs en toetsing, je wordt beter begrepen, krijgt emotionele ondersteuning, je wordt niet gezien als ‘moeilijk’ en je krijgt advies. Daar tegenover staat de angst voor bijvoorbeeld onvoldoende steun, afwijzing, discriminatie en onbegrip, kans van buitensluiting en stigma vorming. Na afweging van deze plussen en minnen is je keuze maken wellicht makkelijker.
Wie
Werkblad 2 gaat over ‘Wie’. Je schrijft eerst alle namen op van mensen die je (misschien) wilt inlichten, met hierbij waarom je juist hen zou kiezen (doel). Daarna selecteer je de meest relevante persoon, met het waarom daarbij.
Wanneer
Werkblad 3 onderzoekt het ‘Wanneer’. Dit is een onderdeel waar vaak niet over nagedacht wordt door studenten. De drie vragen die op dit blad centraal staan zijn:
1) Bedenk het moment of de situatie wanneer je openheid zou willen geven.
2) Onder welke specifieke omstandigheden zou dit plaats vinden? Denk hierbij aan aanwezigheid van anderen, locatie, tijd.
3) Kies het beste moment of situatie met de meest geschikte en specifieke omstandigheden.
Wat
Werkblad 4 gaat in op ‘Wat’. Wat vertel je? Dit onderdeel wordt door studenten als heel handig ervaren en vaker gebruikt in andere omstandigheden, zoals bij een nieuwe persoon die je leert kennen.
Je start met analyseren van de situatie:
- Ik heb de volgende psychische problemen…
- Dit uit zich op de volgende manier…
- Ik heb moeite met…
- Maar ik ben goed in…
- Ik vertel dit omdat…
- Dit zou mij helpen…
Daarna bepaal je wat je wilt vertellen. Wil je alles vertellen bij A of toch maar een gedeelte? Dit werkt de student nauwkeurig uit.
Hoe
Werkblad 5 sluit af met ‘Hoe’. Praktisch gezien, hoe breng je de boodschap over? Via telefoon, e-mail, persoonlijk contact? Waarom doe je dit zo? Wat is de toon waarop je het gaat vertellen, bijvoorbeeld (in)formeel, neutraal, opgewekt, etc.? Hierbij is het belangrijk rekening te houden met het doel van de boodschap. Tot slot laat het formulier je nog nadenken over hoe je een gesprek opbouwt. Wat wordt de structuur van de boodschap?
Praktisch
Deze werkbladen doorloop je in zo’n 4 tot 5 gesprekken van ongeveer een uur. Als de tijd te kort blijkt kan de rest van de sheet ook als huiswerk worden meegegeven. Daarna dient bij het volgende gesprek wel een evaluatie hiervan plaats te vinden. Op dit moment wordt de methode individueel ingezet, maar het is ook mogelijk dit in een groepssessie te doen. Eventueel kan één en ander ook in een rollenspel geoefend worden.
In het laatste gesprek is het goed nogmaals terug te komen op ‘Of’.
Ervaringen
Positieve ervaringen die genoemd werden door studenten:
- Persoonlijke band met de docent die je begeleidt.
- Structuur, ordenen van je gedachten.
- Erg nuttig, niet alleen voor school, maar ook voor stage en werk.
- Chaos in mijn hoofd, door bijeenkomsten meer rust en geduld met mijn chaos.
- Bezorgdheid neemt af.
- Voor- en nadelen naast elkaar zetten.
Krachtig
Een prachtige, krachtige methode dus. Zeker ook bruikbaar in de praktijk van onze iQ Coaches. En wie weet kunnen we onze ervaringen delen met de onderzoekers in Groningen en op die manier een bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling van dit instrument.
Op de website www.begeleidleren.nl kun je meer informatie vinden en de werkbladen gratis downloaden.
Meest recente blogs
Zie andere relevante blogartikelen