De uitdagingen van afstuderen (met ADHD)
Direct met de deur in huis vallen, dat kan ik wel. Vooral in letterlijke zin. Zoals voor velen met ADHD waarschijnlijk niet geheel onbekend, mijn motoriek is vaak ver te zoeken. Om succesvol af te studeren heb ik gelukkig geen goede motoriek nodig. Wat ik wel nodig heb, is een beetje (meer) hulp. Afstuderen staat gelijk aan uitdagingen, en voor iemand met ADHD of ASS misschien wel uit iets meer uitdagingen.
OPENKAART SPELEN
Ergens aan beginnen is vaak leuk en spannend tegelijk. Beginnen aan iets nieuws en onbekends. Voor mijn afstuderen ligt het begin bij het vinden van een afstudeerplek, maar wel één die voldoet aan mijn waslijst van voorwaarden. Op het moment dat ik een afstudeeropdracht zoek, zit ik al een jaar thuis met een burn-out. Deze is veroorzaakt door, je verwacht het waarschijnlijk al, niet de juiste begeleiding bij mijn ADHD-diagnose. Deze diagnose kreeg ik een aantal jaar daarvoor toen ik ook in een burn-out zat, veroorzaakt door ADHD waarvan ik niet wist dat ik het had. Deze keer wil ik het anders doen, nu wel met de juiste begeleiding en de juiste medicatie. En dus, een waslijst aan voorwaarden voor mijn afstudeerplek. Maar hier is ook de eerste uitdaging, wat vertel ik wel en niet tijdens mijn sollicitatiegesprek? Ik besluit openkaart te spelen: ik heb ADHD en ben aan het herstellen van een burn-out, naast begeleiding thuis vanuit iQ coaches heb ik ook begeleiding nodig op de werkplek tijdens het afstuderen. Zowel vanuit de opleiding aan de Universiteit Twente als het Deventer Ziekenhuis, waar ik mag afstuderen, krijg ik alle ondersteuning die ik nodig heb omdat ik de keus heb gemaakt om openkaart te spelen.
PRIKKELALARM
De eerste periode van mijn afstuderen kost mij enorm veel moeite. Het onbekende, alle nieuwe prikkels en indrukken verwerken kost mij zoveel energie. Ik breng mijn vier dagen lange weekend door op de bank. Dit noem ik mezelf klaarstomen voor de komende drie werkdagen. Uiteindelijk besluiten we dat het beter is dat ik standaard op woensdagen thuiswerk, zodat ik dan in mijn eigen vertrouwde omgeving zit. Voor mij een belangrijke stap, vanaf dat moment kan ik het af met drie dagen uitrusten op de bank. Ondertussen leer ik prikkels te verminderen of elimineren. De helderheid van de computerschermen zet ik lager, draag oordoppen en investeer in een goede noise cancelling koptelefoon die ik mag gebruiken. Uiteindelijk zijn de nieuwe prikkels niet meer nieuw en weet ik een ritme te vinden waarbij ik ook nog echt weekend kan vieren. Dikke winst dus.
MOTIVATIE GEZOCHT
Uiteindelijk ben ik bijna anderhalf jaar bezig geweest met mijn afstuderen, onder andere omdat ik mijn grens vind bij een werkweek van drie dagen. Maar anderhalf jaar is lang, en heel erg lang om gemotiveerd te blijven. Nu ben ik gezegend met een iets te grote hoeveelheid doorzettingsvermogen. Als ik besluit dat ik iets ga halen, dan ga ik het halen. Linksom, rechtsom, of ik graaf een gat. Dit is een uitdaging op zich. Mezelf blijven motiveren lukt door kleine doelen te stellen, in mijn geval was elk doel een bepaald hoofdstuk. En elk behaald doel is tijd voor een feestje, want jezelf belonen is ook een hele goede motivator. Het werken van hoofdstuk naar hoofdstuk maakt het trouwens ook een stuk overzichtelijker. Ik heb al moeite met inschatten en overzien hoeveel je gedaan kan krijgen in een week, laat staan in een periode van een jaar. Voor mij ligt de sleutel voor motivatie dus in het bepalen van kleine stapjes, waarbij ik zeker de hulp gebruik van al mijn begeleiders.
(NOG NIET) KLAAR MEE
Afstuderen is tijdelijk, je moet het afronden. Zeker niet mijn favoriete onderdeel. Het idee dat je niets meer kunt aanpassen en het verslag definitief is zorgt voor stress. Mijn perfectionisme gaat daar heel goed op. Tijdens deze periode is het een constante afweging tussen de energie die het kost om mijn perfectie tegen te gaan en wel perfectioneren. Soms is het goed om toch toe te geven aan perfectionisme, zeker als het maar een paar minuten kost. Het afronden van het verslag is niet de enige uitdaging. Afronden betekent ook dat de stageperiode erop zit. Ik ga de, ondertussen bekende en vertrouwde, werkomgeving verlaten. Het liefst verdwijn ik zonder er aandacht aan te geven, maar dat is niet helemaal sociaal wenselijk. Die laatste keer van je werkplek, alles inleveren en de tot ziens sla ik liever gewoon over. Nog één keer de kans om over mijn eigen voeten te struikelen en dan toch vallend met de deur uit huis gaan. Gelukkig is dit niet gebeurd.
EEN NIEUW BEGIN
Feest, het is gelukt om mijn diploma te halen! Nu mag ik mezelf Ingenieur noemen, of Master of Science. Leuk die namen, maar wat het voor mij vooral betekent is het einde van een tijdperk. Nu ik afgestudeerd ben laat ik mijn vertrouwde studentenleven achter me. Het einde van mijn vaste weekritme, iets waar ik goed op ga. Duidelijkheid en structuur. Eigenlijk begint alles weer van voor af aan. Het is tijd om te solliciteren en te zoeken naar een baan. Nu heb ik wel één voordeel, ik heb de verschillende uitdagingen al ervaren en weet dat ik deze aan kan. Dus dat gaat me nu ook lukken.
Is (af)studeren voor jou ook een uitdaging, dan ben je niet alleen. Het is oké om je eigen pad te volgen, hulp te vragen en uitdagingen aan te gaan op jouw manier. Als ik het kan, dan kan jij het ook (lekker cliché).
Geschreven door: Sanne Schoneveld
Meest recente blogs
Zie andere relevante blogartikelen